AED’s die geschikt zijn voor kinderen hebben een kindermodus of speciale elektroden. Dit is essentieel voor gebruik op scholen, in sportclubs en andere plekken waar kinderen aanwezig zijn.

Bij een halve automaat moet de gebruiker handmatig de schokknop indrukken, terwijl een volautomaat de schok automatisch toedient. Volautomaten zijn vooral geschikt voor leken.

Bepaalt of de AED bij elke schok dezelfde energie afgeeft (vast) of de energie verhoogt bij opeenvolgende schokken (oplopend). Oplopend schokprotocol is vaak effectiever bij langdurige reanimaties.

Veel AED’s geven gesproken of visuele reanimatie-instructies om de gebruiker stap voor stap door het proces te begeleiden. Essentieel is voor minder ervaren hulpverleners.

Reanimatie feedback helpt om de juiste snelheid en diepte van de hartmassage aan te houden, wat de overlevingskans aanzienlijk vergroot.

Geeft de minimale en maximale hoeveelheid energie aan die de AED kan afgeven. Een groter bereik (bijvoorbeeld tot 360 joule) maakt de AED geschikt voor zowel kinderen als volwassenen en verhoogt de effectiviteit.

De IP-classificatie geeft aan hoe goed de AED beschermd is tegen stof en water. Een hogere waarde, zoals IP55, is beter voor gebruik buiten of in vochtige omgevingen.

Een metronoom geeft een hoorbaar signaal dat helpt om het juiste tempo voor hartmassage aan te houden. Dit verbetert de kwaliteit van de reanimatie, vooral voor onervaren hulpverleners

Maakt het mogelijk om de status van de AED continu te controleren via een netwerkverbinding. Dit is handig voor AED’s op openbare locaties, omdat handmatige controle minder vaak nodig is.

Dit is de gevoeligheid van de AED om géén schok te geven bij afwezigheid van elektrische hartactiviteit (asystolie). Dit voorkomt foutieve schokken, wat belangrijk is voor de veiligheid van de patiënt.